Beschrijving
- Een van de slechts 114 gebouwde 8V’s; een van de slechts 29 auto’s uit de tweede serie die Fiat zelf bouwde.
- Enthousiaste eigendomsgeschiedenis sinds zijn aankomst in Engeland in 1965
- Zowel op de weg als op het circuit veel plezier aan beleefd, waaronder de 2015 Goodwood Revival en 2016 Vernasca Silver Flag
- Behoudt zijn matching-nummers motor
- Uitgerust met een synchromesh 8V versnellingsbak
De Fiat 8V is één van de meest legendarische auto’s van het Italiaanse merk ooit. Zijn korte productieperiode, van 1952 tot 1954, resulteerde in 114 exemplaren van de 8V, of Ottovù in het Italiaans. Intrigerend is dat sommige auto’s bijna volledig in-house werden ontworpen en gemaakt door Fiat’s Dipartimento Carrozzerie Derivate e Speciali, oftewel de afdeling Speciale Carrosserieën. In totaal werden er 63 ontworpen door Fiat’s hoofdontwerper, Fabio Rapi; 34 auto’s van de eerste reeks en 29 van de tweede reeks. De indrukwekkende nieuwe aandrijving werd ontwikkeld door Dante Giacosa, en de 2.0-liter Tipo 104 een volledig aluminium motor werd voorzien van een gevinde carterpan, gesmede krukas, gepolijste inlaten en poorten, en buisvormige roestvrijstalen uitlaatspruitstukken.
Dit exemplaar werd oorspronkelijk op 22 juni 1954 aan Oostenrijk geleverd, nadat het door Fiat was afgebouwd als een van de slechts 29 fabrieksmatig gebouwde tweede-serie 8V’s, gemakkelijk te onderscheiden door de dubbel gelaagde koplampen. Chassisnummer 000104 heeft het grootste deel van zijn leven in Groot-Brittannië doorgebracht, nadat hij nieuw in Oostenrijk was afgeleverd en tot halverwege de jaren zestig op het Europese vasteland verbleef. Toen werd hij vanuit Duitsland geëxporteerd en op 11 januari 1965 in Groot-Brittannië geregistreerd door Anthony Roy Nichols uit Norwich. Het originele logboek van de auto uit 1965 is opgenomen in het geschiedenisdossier en beschrijft de auto als een rode coupé met motor 104.000 000156, dezelfde die tot op de dag van vandaag in de auto is gemonteerd.
In 1971 wisselde de 8V van eigenaar en werd geregistreerd bij ene Commander Allison in Berkshire, en werd later dat jaar gekocht door David Baldock, blijkbaar zilvergrijs gespoten en toen nog niet rijdend, volgens de correspondentie uit die tijd in het geschiedenisdossier. Na twee jaar verkocht Baldock de auto aan Peter Gant, een handelaar in klassieke auto’s in Hastings, die de auto op zijn beurt verkocht aan Robert Mansfield, die de auto 30 jaar zou houden, waarna hij werd overgenomen door John Baker.
In 2007 verliet Baker de auto, die gedeeltelijk gerestaureerd en afgebouwd moest worden. De auto werd naar specialisten van IN Racing in Nottingham gestuurd en werd ongeveer tien jaar geleden voltooid. Een toevallige ontmoeting met de hertog van Richmond in Donington resulteerde in een uitnodiging voor de auto om mee te racen in de Fordwater Trophy op Goodwood Revival in 2015, waar hij 15e werd. Het jaar daarop werd de auto door de huidige eigenaar naar Italië gereden, waar hij meedeed aan de Vernasca Silver Flag heuvelklim en vervolgens weer naar huis reed, een rondreis van meer dan 3.000 km en een bewijs van de betrouwbaarheid van de auto. Zijn handvol evenementen en lange reizen typeren de intentie van de auto om te worden gerestaureerd en genoten als een weg auto. Voor zijn deelname aan de Goodwood Revival, werd de auto uitgerust met een op maat gemaakte, synchromesh versnellingsbak voor gebruiksgemak.
Decennia lang heeft deze auto veel plezier gehad van enthousiaste eigenaars in Engeland, waaronder de voorlaatste eigenaar die de auto 13 jaar onder zijn hoede heeft gehad en hem in 2021 naar Ian Nuthall bij INRacing heeft laten reviseren.
